Ons lichaam bestaat uit miljarden cellen. Die cellen zijn niet allemaal hetzelfde. Een alvleeskliercel ziet er bijvoorbeeld heel anders uit dan een huidcel of een bloedcel. Cellen verouderen of raken beschadigd. Ze moeten daarom constant vervangen worden. Nieuwe cellen ontstaan door celdeling: uit één cel ontstaan twee nieuwe cellen. Die twee nieuwe cellen gaan zich ook weer delen, waarna de vier nieuwe cellen zich weer gaan delen, enzovoort.
1. Kankercel tussen gezonde cellen
2. Verstoorde (ongecontroleerde) deling van kankercellen: een kwaadaardige tumor
3. Kankercellen groeien in een bloedvat of lymfevat en verspreiden zich door het lichaam
4. Via een bloedvat of lymfevat komt een kankercel ergens anders in het lichaam terecht Hier ontstaat een uitzaaiing.
Bij kanker is de celdeling verstoord. Cellen blijven zich in snel tempo delen, ook al is
het niet nodig om verouderde of beschadigde cellen te vervangen. De cellen die door deze verstoorde celdeling ontstaan, zijn niet hetzelfde als de oorspronkelijke cel. Ze hebben een andere structuur en hebben geen nuttige functie. Het zijn kwaadaardige cellen. Na verloop van tijd ontstaat een opeenhoping van kwaadaardige cellen. Dit wordt een kwaadaardige tumor of ook wel kanker genoemd. Deze kwaadaardige tumor kan steeds groter worden en doorgroeien tot in de omliggende weefsels. Zo kan de tumor veel schade veroorzaken. Als de tumor door een bloedvat of lymfevat groeit, kunnen kwaadaardige cellen losraken. Deze
losgeraakte cellen kunnen zich via de bloedbaan of het lymfestelsel verspreiden door het hele lichaam. Zo kunnen de losgeraakte cellen zich nestelen in bijvoorbeeld de lever of de longen. Hier kunnen vervolgens door celdeling weer nieuwe tumoren ontstaan. Deze tumoren, die ontstaan zijn door het verplaatsen van kwaadaardige cellen, heten uitzaaiingen of metastasen.